De eerste reis naar Costa Rica

Ik ben in Volcán gaan wonen omdat je van daar uit snel bij de grens naar Costa Rica bent. Zo’n 45 minuten met de auto. Dus na twee maanden in Volcán dacht ik het moest er maar een keer van komen. Tevoren op de site van Migracion gekeken wat daarvoor nodig was en dat bleek een hele papierwinkel en in drievoud voor alle instanties een set.

Benodigde papieren:

  • Kopie paspoort en/of cedula
  • Kopie eigendomsbewijs van de auto
  • Kopie “revisado” of wel keuringsbewijs, elk jaar een nieuwe
  • Kopie verzekeringspolis, elk jaar een nieuwe
  • Kopie belastingbewijs van de gemeente waar de auto is ingeschreven, elk jaar een nieuwe
  • Kopie “certificación de pago impuestos de importación” of te wel bewijs dat je ooit import belasting betaald hebt voor je auto. Eenmalig.

Deze laatste had ik niet en moest ik nog zien te verkrijgen. Bleek mij bij de eerste aankomst bij de grens.

8 mei 2015 voor het eerst

Grensstation Panama, overzichtelijk en duidelijke een ingang en uitgang

Ik reed vroeg naar de grens, nadat ik alles uit mijn koelkast had opgegeten of geschonken had aan mijn buren.
Daar aangekomen werd ik opgevangen door een “officiële” gids, die mij verwees naar de linker baan langs de vrachtwagens,  die daar stonden. Ik vermeld expres “officiële” want dat zijn ze niet. Ze hebben een badge van het departement van de gemeente Baru als gidsen en doen voortreffelijk werk, maar het kost altijd geld. Veel mensen maken er gebruik van omdat ze de rompslomp niet zelf willen doen. Maar als je genoeg Spaans spreekt is het niet nodig. Je moet alleen zelf even alle instanties af.

Deze gids vroeg om mijn papieren en begeleide mij naar een zaak waar je kopieën kon maken, want ik had maar een set. Dus drie kopieën gemaakt. Geen kostbare zaak, slechts 0,10 dollarcent per kopie. Daarna kwam de aap uit de mouw, ik miste het certificaat voor de import belasting van de auto. De man bood mij aan om naar David te gaan om dit op te halen. Wel ik begreep dat mij dit veel geld zou kosten en zei hem dus dat ik dat zelf wel even zou doen. “Even” is een beetje overdreven, want David is ruim een uur rijden van de grens in Paso Canoas. En voordat je dan terug kan ben je ook weer een paar uur verder. Kortom ik heb hem afgekocht met 2 dollar voor de adviezen en ben zelf naar David gereden.

Daar op zoek naar “Aduanas”, het kantoor zou zich ergens bij het vliegveld bevinden. Ik ben er twee keer langsgereden en eindelijk gevonden. Mij aangemeld voor het betreffende formulier, veel wachttijd maar dan moest ik eerst 5 dollar belasting betalen in David bij het kantoor van de belastingen en toen weer naar “Aduanas”. Na enige wachttijd verkreeg ik het formulier. Terug naar de grens, maar toen ik bij Concepcion kwam was het al over het middaguur dus dacht ik doorgaan naar de grens had geen zin. Want dan kwam ik veel te laat in Costa Rica. Dus opnieuw naar huis. Rechts afslaan en de berg weer op.
Thuis aangekomen, mij maar eerst weer gemeld bij de buren en even de geschonken groenten terug gevraagd, zodat ik weer kon eten. De rest had ik wel in de frezer. En dan afwachten tot de volgende morgen.

De tweede poging

De volgende morgen weer vroeg op. Een sapje en fruit en omstreeks zes uur de deur uit, dan ben je om zeven uur bij de grens en als je erover bent is het een uur vroeger. Want Costa Rica en Panama hebben een uur tijdverschil. Dat uur heb je wel nodig om op tijd in het centrum van Costa Rica te komen.

Dan met de hele set aan papieren langs de instanties. Eerst de IJ, de justitiële politie, voor de controle op je strafblad. Dan de verkeerspolitie om te controleren of je geen openstaande boetes hebt. Kosten 2 USD. En dan de “Aduana”, die controleert je autopapieren en je bagage. Soms moet je je koffer uitpakken en nu sturen ze hem ook over een scanner. Soms kan je deze controle van je koffer afkopen met een beetje koffiegeld voor de douanier, 5 USD, die je dan stiekem onder de papieren schuift. Je moet ook nog even langs “Migracion” om je paspoort te laten stempelen.
Het totale proces in Panama kost je ca. een uur.

Dus daar was ik door en omdat mijn vrienden in San José gevraagd hadden om wat belasting vrije wijn te kopen aan de grens, ging ik daar eerst naar op zoek. Paso Canoas is voor de Costaricanen een belasting vrije zone en veel komen hier om goedkoop goederen te kopen. De grens is dan ook één winkelcentrum waar alles te koop is. Overigens niet voor de Panamezen, want die betalen gewoon belasting. Toch komen zij hier ook vaak. De belasting in Costa Rica is gewoon hoger. Ik was Panama al uit dus die wijn was gewoon belastingvrij. Nog even aangehouden door een Costaricaanse agent op motor, maar die vond het ook niet raar, dus ik kon door. Op naar de grenspost van Costa Rica. Aan de kant van de weg met een oranje knipperlicht boven de weg. Langzaam er langs gereden en ik zag weinig  mensen, dus ik dacht die zijn nog gesloten. OK ik rij wel door naar San José. Ik wist in mijn achterhoofd, dat ik hier ook een aantal papieren moest verkrijgen, maar ik dacht dat kan ik ook wel in San José.

Grenspost van Costa Rica aan de kant van de weg

Dus zo’n 450 km voor de boeg reed ik gewoon door. Fout bleek achteraf.

Op zo’n 40 km van de grens heb je een controle post. Net zoals voor de grens in Panama. Hier controleren ze je papieren en of je niks smokkelt. Hadden ze dat maar goed gedaan, dan had ik nog terug kunnen gaan. Maar dat was niet het geval. De beambte bekeek mijn paspoort en begon mij te bevragen over mijn naam en daar antwoordde ik dus vriendelijk over. Hij had niet eens gezien dat ik geen inreis stempel van Costa Rica had in mijn paspoort. Er stonden wel meer van deze stempels in mijn paspoort van andere data. Helaas pindakaas! Ik kon dus door.

Palmar kenmerkt zich door de grote ronde stenen bollen gemaakt door de indianen

Eerst zo’n 100 km over een tweebaansweg naar Palmar Sur en Norte over de brug. Dan links afslaan naar de “Costanera”. Dit is een weg die gemaakt is voor de vrachtwagens, die Costa Rica alleen maar passeren. Zij hoeven dan niet over de bergen naar de Centrale Vallei en vervolgens weer klimmen om eruit te komen. Deze weg loopt langs de kust en betrekkelijk vlak. Toen ik in Costa Rica woonde heb ik hem wel een paar keer gereden in aanleg en dat was geen pretje. De bruggen ontbraken nog en het was een modder en stenen weg.

Zo was het vroeger, de weg in aanleg

Maar nu is het een ruime twee en driebaansweg, waar je vlot kan opschieten tussen Palmar via Dominical, Quipos naar de “snelweg 27” die je naar San José brengt. 

De Costanera, Ruta 34 en de Ruta 27 van Pozon naar San José

Deze laatste is een ramp. Het zou een snelweg zijn maar dat valt erg tegen. En je moet er nog betalen ook. Elke 30 km is er een betaal station. Te belachelijk voor woorden. Waarom niet inchecken en bij verlaten in San José uitchecken? De weg is aangelegd door Spanjaarden en die hebben de concessie. Het grootste deel is tweebaans met grote vertragingen. Sommige stukken dus driebaans. De kosten om het gehele stuk te rijden, slechts 80 km, kost ruim 20 Euro’s.

Hier 4 baans maar verderop weer tweebaans

Kortom ik kwam ruim na 18.00 uur aan in San José. Dan ben je ruim 10 uur onderweg. Voor zo’n 500 km.

Ik moest nog de nodige papieren hebben om in Costa RIca te verblijven. Dus de volgende morgen vroeg op. Op weg naar een kantoor van de INS, de nationale verzekeringsmaatschappij. Ik wilde een aanvullende verzekering voor mijn betrekkelijk nieuwe auto in Costa Rica. Na even wachten was ik aan de beurt en de beambte vroeg mijn naar mijn “permiso de circulacion” en met grote vraagtekens vroeg ik wat is dat? Wel dat verkrijg je dus aan de grens als je het land in komt. En is verplicht om door Costa Rica te reizen. Helaas niet dus! Ze verwezen mij naar het Ministerie van Belastingen, maar ook daar nul op het rekest. Nog even geprobeerd via douane agenten van mijn vriend in CR maar dat bleek ook onmogelijk om dat te verkrijgen in San José. Ik was dus illegaal in Costa Rica en mocht eigenlijk niet de weg op. Je moest dat halen bij de grenspost.

Ik ben nog een week in Costa Rica gebleven en toen met mijn hart in mijn keel weer teruggereden naar Panama. De rest van de story vertel ik in een volgende blog, deze is al lang genoeg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *